Dwangstoornis: dwanggedachten en dwanghandelingen
Een dwangstoornis heet ook wel obsessieve-compulsieve stoornis of OCS. De kenmerken van een dwangstoornis zijn de steeds terugkerende dwanggedachten (obsessies) of dwanghandelingen (compulsies). Obsessies zijn gedachten of beelden die steeds terugkeren. Ze roepen veel angst op. Je wilt ze niet en ze zijn zinloos. Voorbeelden: gedachten om een geliefd familielid te doden; zorgen over stof, bacteriën en besmetting; zorgen over mogelijke inbraken of een andere ramp, zorgen over iets niet goed gedaan te hebben, etc. Om van die dwanggedachten af te komen begin je met dwanghandelingen. Dwanghandelingen zijn herhaalde handelingen die op een een bepaalde wijze moeten worden gedaan. Voorbeelden: was- en schoonmaakdwang, controledwang, herhalingsdwang en teldwang. Daarnaast is er vermijding om dit alles te voorkomen.
Behandeling van een dwangstoornis
Een dwangstoornis kan tegenwoordig redelijk goed behandeld worden. Onderzoek naar de behandeling waar ik mee werk, laat zien dat 70-80% van de mensen een sterke verbetering van de klachten ervaren. Dat is 2 jaar na de behandeling nog steeds zo.
Uit onderzoek is gebleken dat angst vanzelf verdwijnt als de angst lang genoeg verdragen wordt. Als je niets doet duurt grote angst slechts 15 seconden. Dat ervaar je nooit omdat je vóór die tijd al iets hebt gedaan om de angst te verminderen. Verder is het zo dat je kunt wennen aan situaties of gedachten waarvoor je bang bent. Hier wordt in deze behandeling gebruik van gemaakt. Tijdens de behandeling ga je langzaam en voorzichtig steeds minder dwangrituelen uitvoeren. Je begint bij het makkelijkste. Daarna ga je (soms vanzelf) ook de vermijding laten. Deze techniek komt uit de cognitieve gedragstherapie. Wij vullen dit aan met Mindfulness dat dit veel makkelijker en plezieriger maakt.
Lees ook de uitgebreide beschrijving van de behandeling in de blog van Julia Duijvekam die mij over de behandeling heeft geïnterviewd. Hierin kun je ook lezen over andere mogelijke behandelingen van OCS.